‘Hello Mister’, roept een man naar me. Hij zit te zitten op een stoepje naast een eetkraam. Ik geef ‘m een high five en vervolg m’n weg door de straten van Semarang (noordkust Java). ‘Mister, mister, picture, picture?’, vraagt een jongetje even verderop. Met wat vrienden hangt ie op een bankje. Ik maak een foto van het ventje, tot groot genoegen van de zittende boys.
De kunst van het zitten
Zitten; het lijkt in Indonesië tot een kunst te zijn verheven. In de film ‘Eat, pray, love’ kan ik me herinneren dat de hoofdpersoon, een rol van Julia Roberts, het heeft over de kunst van het nietsdoen van de Italianen. Oude mannetjes die staren naar voorbijgangers, soms wat zeggen, een peukie roken, maar voornamelijk niets doen. Indonesiërs kunnen daar ook wat van, merkte ik op rondreis door Java en Sulawesi, en wel het liefst zittend. Op straat, in het gras, op de stoep, in hun becak (fietstaxi) of voor hun huis, al zwaaiend naar een orang Belanda (Nederlander); waar dan ook, het zitten is onderdeel van de Indonesische cultuur.
Indo-cultuur in Nederland
Mijn stiefbroer kreeg in zijn pubertijd verkering met een Indonesisch meisje (Nederlandse vader, Indische moeder), zodoende leerde ik van dichtbij de Indo-cultuur in Nederland een beetje kennen. Op verjaardagen stond het eten centraal, opscheppen zoveel je wilde, bordje opschoot, samen genieten van hete kip en gado gado, en zitten maar. Inmiddels is mijn stiefbroer al bijna 10 jaar getrouwd met hetzelfde meisje en ben ik ook voor de tweede keer met een “Indo” op liefdesavontuur.
Schoonfamilie
Mijn schoonfamilie kan ook heeeel goed zitten. Alle verjaardagen zijn een gezellige zitmarathon, natuurlijk met heel veel eten. Opa kijkt tv, de rest eet en babbelt over koetjes en kalfjes, met “de zit” als voornaamste gemeenschappelijke deler. Terwijl het voor mijn gevoel op ‘Nederlandse’ verjaardagen soms toch wat geforceerd kan voelen, dat zitten, voelt het daar heel ongedwongen. Alsof we met z’n allen zitten in een straatje in Semarang.
Luier worden
Meditatief zitten is inmiddels m’n tweede natuur, maar gewoon maar even zitten en niets doen, zoals de Indonesiërs, gaat me moeizaam af. Mijn conditionering is toch om veel te ondernemen, een Hollands trekje wellicht, altijd maar wat doen, resultaat neerzetten. Ik sprak een ambitieuze Nederlandse manager van een hotel in Makassar (Sulawesi). Hij noemde de Indonesiërs lui. Het klonk een beetje denigrerend zoals ie dat zei. Misschien zijn wij juist wel veel te actief, bedacht ik me later, ik geloof namelijk niet dat ze in de kampong (klein dorp) in Indonesië ooit van een burn-out hebben gehoord. Misschien moeten wij Nederlanders juist eens wat luier worden en wat meer gaan zitten.
ze zitten om het zitten
kunstzinnig lui
vrede op handen
samsam
op hun veranda
ze zitten daar te zitten
tanden bloot
plastic op de grond
met elkaar
wuivend naar een Belanda