Oost, west, thuis best
in het Oosten
ken ik de paden
en voel ik mijn hart gedijen
daar contempleer ik
met de warmhartige lakeien
in het Zuiden
verdwaal ik voor goed
in mijn gebroken gemoed
daar settel ik mijn gemeenschap
aan de veilige bergvoet
in het Westen
zing ik uit volle borst
mijn harnas aan gort
daar betaal ik respect
aan de vurige zielenpoort
in het Noorden
trotseer ik als grootste beproeving
de kapers op de kust
daar vind ik waarlijk
mijn innerlijke thuisrust
Mijn huid staat in brand. Al mijn neusharen zijn verschroeid. De hitte vreet aan mijn hersenen. Ik hap naar adem, hijg, proest en kreun. Het lukt me niet meer stil te zitten. Het zweet gutst uit mijn poriën. Ik probeer mee te zingen met het gezang: I surrender, I surrender, I surrender… Mijn God, komt hier ooit een eind aan. Ik ben mijn oriëntatie kwijt. Wat is onder, wat is boven? Wat is links, wat is rechts? Ik toucheer de blote vrouwen naast me. Ik schrik, en schuif wat naar achter. Ik hou het niet meer, maar richt me op, vol met mijn gelaat in de brandende lucht. Ik trotseer de vuurgloed.. of toch niet, nee niet meer…. en dan wappert de luifel van de zweethut open. Ronde twee zit erop.. Thank god!
Zweethut ceremonie
Onlangs nam ik deel aan een zweethut ceremonie. Ik volg iemand op Instagram en raakte geïntrigeerd door zijn passie voor de zweethut. Zweethut ceremonies worden al vele eeuwen gehouden in o.a. Noord-Amerika door de Native Americans. Het is een ceremonie waarbij de zweethut symbool staat voor de baarmoeder van Moeder Aarde. In verschillende rondes doorloop je onder begeleiding van de watergieter de cyclus van het leven. De rondes nodigen je uit en dienen er voor om volledig contact met jezelf, de voorouders en spirit te maken en worden begeleid door middel van stilte, zingen, klanken, drum of fluit.
Thema van deze zweethut ceremonie was rouw. Mijn intentie was te kijken naar de rouw rondom mijn ouders, wat zit daar nog, hebben hun spirits mij nog iets te vertellen.
‘We enter as individuals, we emerge as family ( The Sacred Sweat Lodge)’ – Alison Stormwolf, 2008
Ruimte maken
Terug naar het begin van die dag. Ik ben beland in de tuin van een enorm huis in een woonwijk in Wilnis. Het is een soort rommelige villa-wijk, met kasten van huizen en ernaast weer caravans. Ik zie wat mensen staan onder een afdakje van een loods naast het landhuis. Zo te zien mijn reisgenoten voor vandaag. Als ik iedereen een handje heb gegeven, gaan we met elkaar omhoog via een trap de loods in, onder leiding van vuurvrouw Iris. Daar zitten we met zijn negenen in een kring rondom een altaar en delen onze intentie voor de dag. “Ik ben hier om ruimte te maken”, zeg ik. “Het voelt alsof ik nooit echt gerouwd heb om mijn moeder, wat is daar nog te rouwen vraag ik me af? Bij mijn vader heb ik wel gerouwd voor mijn gevoel, maar welke plek heeft dat gekregen? Verder ben ik vooral ook nieuwsgierig naar de hut…”
De zweethut (Inipi of sweat-lodge) is gemaakt van wilgen of hazelaar-takken en wordt afgedekt met katoen/wollen dekens. Het is een fysiek, mentaal en spiritueel reinigingsritueel. De stenen (van het terrein in Wilnis) worden in een keramische oven verwarmd en daarna door de vuurvrouw naar de hut gedragen, waar ze binnen in een kuil worden geplaatst. In het donker bij de samenkomst van warme stenen en water ontstaat de magie van de zweethut.
Zwembroek
In mijn zwembroek loop ik even later door de sneeuw naar de zweethut en gaan we met elkaar naar binnen. De luifel gaat dicht en we zitten in het pikkedonker. Ik voel me rustig. Iris giet water op de stenen en het begint warm te worden. In ronde één richten we ons op de spirits van het Oosten. Er wordt getrommeld en gezongen. Het is wel chill eigenlijk en lekker warm. Opeens roept iemand uit het niets iets over een adelaar, en een ander begint een lied over moeder aarde. Hmmmm, denk ik, moet dat nou?
Mindfulness en de zweethut
In ronde twee eren we de spirits van het Zuiden. Het is een stuk warmer dan ronde 1. Mijn gedachten schieten alle kanten op. Spirits, spirits: denk ik. Pfff ik heb het gewoon fucking warm. Ik weet uit het verleden dat ik sceptisch kan zijn als het op spiritualiteit aan komt. Tegelijkertijd weet ik dat vooral mijn gedachten daarvoor zorgen en dat ik me moet overgeven aan het ritueel. Ik ga met mijn aandacht naar mijn adem, als een mindfulness oefening. Voel mijn lijf, de warmte is extreem, overal. Ik merk een wir-war aan gedachten, maar een rustig gemoed. Weer naar mijn adem. Ik ga wat naar achter, maar daar is het nog warmer. De hitte slaat op mijn rug. Weer naar mijn adem. Pfff, ik hou het niet meer. Kan amper ademen en mijn hart klopt als een malle. Dan gaat de laatste schep water van deze ronde over de stenen. Ik heb het gehaald…
‘You have to look deeper, way below the anger, the hurt, the hate, the jealousy, the self-pity, way down deep where the dreams lie, son. Find your dream. It’s the pursuit of your dream that heals you.’ -Billy Mills (Oglala Lakota)
Harnas
Ronde drie kom ik er dieper in. “Hoe harder je zingt, hoe minder je de hitte voelt”, zegt Iris. Ik zing en schreeuw de longen uit mijn lijf. En inderdaad, de warmte gaat langs me heen. Mijn gedachten vervagen en ik word meegenomen met de klanken, ineens is er niet zoveel meer dan de warmte die voelt als en deken… Ik zie mijn moeder en vader. Er is geen verdriet, wel dankbaarheid, dat ik hier ben, ook dankzij hen en mijn eigen gezin.
En dan ineens gaat de luifel al open. Wat, zo snel?!
‘The greatest strength is gentleness.’ – unknown Native American
Dan begint de laatste ronde; het Noorden, de hel van het Noorden… Ik kom ontzettend hard mezelf tegen. De warmte is nog heviger. Ik weet niet meer wat onder of boven is. Draai van links naar rechts op mijn doorweekte handdoek. Als je iets wilt zeggen tegen de spirits voel je vrij?’, zegt de watergietster. Het is stil, ik wacht, voel mijn hart kloppen en begin te praten: ik voel dat er eigenlijk geen verdriet meer zit om het verlies van mijn ouders. Wel merk ik dat ik vast zit in verdriet en rouw van vóór hun overlijden, dat ik klem zit in een harnas dat ik gebruikte tegen de pijn en een gemis van toen. Het harnas dat me beschermde en waar ik me nog steeds in probeer te wringen als het leven pittig is. Doodvermoeiend. A’ho!” Ik leg een hand op mijn hart, voor even is het harnas gesmolten.